Wat zijn oogaandoeningen?
Oogaandoeningen zijn alle stoornissen in het zien, veroorzaakt door aangeboren oogafwijkingen, oogletsel of indirecte oorzaken (bijv. suikerziekte). Alleen wanneer het gaat om een betrekkelijk eenvoudig te behandelen oogaandoening, zoals een eenvoudige oogontsteking, kan de huisarts de aandoening zelf behandelen.
Oogaandoeningen: naar de huisarts of oogarts?
Een verhoudingsgewijs groot gedeelte van de oogaandoeningen wordt behandeld door specialisten. De huisarts of opticien kan bij onderzoek bepaalde afwijkingen die ernstige gevolgen zouden kunnen hebben wel herkennen, maar verwijst de mensen dan meestal naar een oogarts voor nader onderzoek. Soms wordt iemand verwezen naar een ooglijderskliniek of een afdeling in een ziekenhuis waar men beschikt over de modernste apparatuur.
De doorgaans snelle verwijzing naar een specialist toont aan hoeveel belang men hecht aan het gezichtsvermogen en in welke mate het oog een ingewikkeld en fijngevoelig orgaan is.
Zoals bij veel ziekten het geval is, kunnen sommige oogafwijkingen, waaronder glaucoom, al in een vroeg stadium worden vastgesteld, voordat er duidelijk klachten zijn en voordat het oog er ernstig door beschadigd is. Het is daarom verstandig regelmatig naar de oogarts of de opticien te gaan om de gezichtsscherpte te laten testen; zonodig kunnen dan meteen brillenglazen of contactlenzen worden voorgeschreven.
Oogaandoening: hoe vaak op controle?
De gezichtsscherpte behoort op zijn minst één maal in de 2 a 3 jaar te worden gemeten, zelfs bij mensen die nog nooit last van hun ogen hebben gehad. Het beeld kan zó langzaam vervagen of vervormen, dat men er nauwelijks iets van merkt, totdat bij het onderzoek corrigerende glazen worden uitgeprobeerd. Mensen met oogafwijkingen moeten jaarlijks hun ogen laten controleren. Voor iedere stoornis in het zien, zoals zwarte of vage vlekken of flikkeringen, moet men zonder uitstel naar de dokter gaan.